Een cricketveld is een groot ovaal of cirkelvormig grasveld dat wordt gebruikt voor het spelen van cricket. Het centrale deel van het veld heet de “pitch” en is een rechthoekig gebied van 22 yards (20,12 meter) lang. De pitch is waar de bowlers de bal gooien en de batsmen proberen runs te scoren.

Kenmerken van een cricketveld:

1. Pitch: Een cricketpitch is een rechthoekig stuk grond in het midden van het cricketveld en heeft de volgende afmetingen: Lengte: 22 yards (20,12 meter) Breedte: 10 feet (3,05 meter) Aan beide uiteinden van de pitch bevinden zich de wickets, elk bestaande uit drie stumps en twee bails. De pitch is cruciaal in het spel, omdat dit de plek is waar de bowler de bal gooit en de batsman de bal probeert te slaan om runs te scoren.

2. Inner Circle: Rondom de pitch bevindt zich een binnenste cirkel, meestal gemarkeerd met een radius van 30 yards (27,4 meter). Dit gebied is belangrijk voor veldrestricties tijdens bepaalde fasen van een wedstrijd.

3. Boundary: De buitenrand van het veld heet de boundary. Dit kan een touw, een lijn of een omheining zijn. Als de bal buiten de boundary wordt geslagen, scoort het team automatisch runs (vier voor een grondslag en zes voor een bal die direct de grens overschrijdt).

4. Outfield en Infield: Het gebied tussen de pitch en de boundary is verdeeld in het infield en het outfield. Het infield is dichter bij de pitch, terwijl het outfield verder weg ligt. Het hele veld is bedekt met gras of kunstgras, en de conditie van het veld, vooral de pitch, kan een grote invloed hebben op het verloop van de wedstrijd.